Arnhem gaat ‘omgekeerd’ afval inzamelen

Als het aan het college van burgemeester en wethouders ligt, wordt het omgekeerd inzamelen  stadsbreed ingevoerd. De gemeenteraad van Arnhem heeft eerder al gekozen voor deze inzamelmethodiek, op voorwaarde dat deze nieuwe werkwijze in een aantal wijken werd uitgeprobeerd en geëvalueerd. In 2014 is omgekeerd inzamelen ingevoerd in drie wijken bij  ruim 7.500 huishoudens. De evaluatie wijst uit dat het afval in deze wijken beter wordt gescheiden en dat bewoners niet minder tevreden zijn over deze nieuwe manier van afval inzamelen. Het voorstel van het college gaat uit van een gefaseerde invoering over een periode van drie jaar. Eind 2018 kan het nieuwe systeem dan stadsbreed zijn ingevoerd.

De belangrijkste verandering bij omgekeerd inzamelen is dat er aan de bron (in huis) meer grondstoffen worden gescheiden, omdat die eenvoudiger  aan te bieden zijn.  En hierdoor blijft minder restafval over. Het restafval wordt naar een ondergrondse container gebracht. Het hergebruikspercentage van huishoudelijk afval in Arnhem is door de proef in de drie startwijken al toegenomen van 44 naar 50,5%. Opvallend is met name de stijging van de hoeveelheid ingezameld plastic verpakkingsmateriaal (in een bepaalde wijk is de hoeveelheid zelfs met meer dan 800 procent toegenomen). Verder blijkt dat er in de drie startwijken zeer beperkt afval naast de containers wordt bijgeplaatst. Tijdens controles werd vastgesteld dat in meer dan 90% van de gevallen er geen afval bij de ondergrondse containers stond.

Afvalcoaches
De evaluatie leert dat communicatie essentieel is bij de introductie van een nieuw systeem als dit. De gemeente heeft daar vanaf het begin op ingezet met de campagne ‘Afval, laten we er wat van maken!’. Via internet, nieuwsbrieven, huis-aan-huisbrieven en billboards zijn wijkbewoners geïnformeerd over het nieuwe systeem. Schot in de roos bleken de afvalcoaches. Mensen die in de wijk aanspreekpunt zijn voor bewoners met vragen en die regelmatig in de wijk aanwezig waren om mensen wegwijs te maken in het nieuwe inzamelsysteem.

Leerpunten
Tijdens de proefperiode zijn verschillende dingen geleerd en aangepast. Zo zullen verschillende ondergrondse containers voor restafval  worden uitgerust met een klepje waarmee klein afval kan worden aangeboden. Ook is gebleken dat een vangnet moet worden gecreëerd voor ouderen en mindervaliden die het restafval echt niet zelf kunnen wegbrengen naar een ondergrondse container. Een voorbeeld van een dergelijk vangnet is in de Laar-West.. Daar helpen mensen van SIZA met het ophalen van glas en het legen van openbare afvalbakken.

Plastic, blik en drankenkartons
In de loop van komend jaar kunnen samen met het plastic verpakkingsmateriaal ook blik en drankenkartons worden ingezameld. Zodra dat wordt ingevoerd, wordt daar uiteraard uitgebreid over gecommuniceerd. Ook zal dan waarschijnlijk de frequentie van het ophalen van deze afvalstroom moeten worden verhoogd van eens per maand naar eens per twee weken.

Resultaten
Deze eerste tabel  toont de resultaten (de ingezamelde hoeveelheden) in de drie startwijken in relatie tot de geformuleerde doelen. Uit de tabel blijkt dat 8 van de 9 doelen zijn behaald. Alleen de hoeveelheid restafval in de wijk Over het Lange Water is onvoldoende afgenomen.

Tevredenheid bewoners
Uit de bewonersonderzoeken (nulmeting, tussenmeting en eindmeting) blijkt dat steeds meer bewoners een positieve mening hebben ten aanzien van “Omgekeerd Inzamelen” Na een jaar heeft circa 82% van de bewoners een neutrale dan wel positieve mening over het nieuwe inzamelsysteem.